Heske Groenendaal nieuwe voorzitter VNO-NCW Midden
29 november 2024Met ingang van 28 november 2024 is Heske Groenendaal (55) de nieuwe bestuursvoorzitter van VNO-NCW Midden. Als topvrouw van verschillende ondernemingen en als commissaris en toezichthouder heeft ze haar sporen verdiend in het bedrijfsleven. Wie is Heske en waarop richt ze zich als voorzitter? “Ondernemers met elkaar verbinden, daar doe ik het voor.”
Wat typeert jou?
“Ik ben echt van het bouwen en ontwikkelen, daar krijg ik energie van. Wat speelt er in de markt? Hoe kunnen we daarop inspringen? Waar liggen kansen en mogelijkheden? En hoe laten we onszelf zien? De afgelopen jaren heb ik me als directeur en mede-eigenaar ingezet om onze familiebedrijven door te ontwikkelen. Met Metaglas en Mview+ richten we ons op ontwerp en productie van innovatieve aluminium raamsystemen en glasconstructies. Nu de firma’s stevig staan, is het bedrijf toe aan een ander soort leiderschap. Dat geeft mij de ruimte om me meer te focussen op het aanscherpen van ándere bedrijven en organisaties – als bestuurder, commissaris en toezichthouder.”
Wilde je als kind al het bedrijfsleven in?
“Ik weet nog dat ik als tiener met ons familiebedrijf op de beurs stond. Ik vond het heel leuk om met klanten in gesprek te gaan over onze producten. Maar ik had nog niet de ambitie om ondernemer te worden. Thuis stimuleerden ze me vooral mijn eigen weg te zoeken. Ik heb chemische technologie en economie gestudeerd. Daarna ben ik in de marketing gerold, vooral in de technische hoek. Op gegeven moment vroeg mijn vader of ik niet bij hem in het bedrijf wilde komen. Dat leek me wel wat, maar dan wel als mede-eigenaar. Zo ben ik er – samen met mijn man – ingerold.”
Welke uitdagingen kwam je op de werkvloer tegen?
“Toen ik bij Metaglas begon, was het bedrijf nog heel traditioneel ingericht – zoals veel techniekbedrijven. Er werkten bijna alleen maar mannen, bijna allemaal fulltime. Prima natuurlijk, maar die zijn steeds moeilijker te vinden. We hebben veel gedaan om het werk anders in te richten. Meer parttime functies, meer mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, ruimte voor leerwerkbanen, meer vrouwen op alle functieniveaus. En meer inzet van talentvolle mensen met een migratieachtergrond – onze werknemers hebben wel tien verschillende moedertalen. Zo zijn we uitgegroeid tot een flexibele, innovatieve organisatie. Ik denk dat die manier van werken de toekomst heeft.”
Hoe ben je bij VNO-NCW betrokken geraakt?
“Ik vind het heel belangrijk dat ondernemers samen optrekken om van elkaar te leren en hun krachten te bundelen. Gewoon: samen rond de tafel, het gesprek aangaan. Daarom werk ik graag in verbindende functies. Ik ben lange tijd voorzitter geweest van de Bouwsociëteit Rivierenland. We zaten daar met de hele bouwkolom bij elkaar: van projectontwikkelaars en wethouders tot makelaars en aannemers. Dan kun je veel van de grond krijgen. Momenteel werk ik onder meer als toezichthouder bij ROC Rivor, waar we de brug slaan tussen onderwijs en werkveld.
Vanuit diezelfde drive ben ik bij VNO-NCW Midden actief geworden. De afgelopen maanden was ik bestuurslid in de regio Rivierenland. Daar heb ik me bijvoorbeeld beziggehouden met de problematiek van netcongestie: door de file op het stroomnet komen bedrijfsactiviteiten in de klem. Dat is ook zo’n thema dat je sámen moet oppakken. Toen ik hoorde dat de functie voor bestuursvoorzitter van VNO-NCW Midden vrijkwam, heb ik meteen gesolliciteerd – en gelukkig ben ik voorgedragen.”
Waar zet je op in als nieuwe bestuursvoorzitter?
“Ik wil me vooral op twee thema’s richten. In de eerste plaats: op meer leden. Er is nog veel potentie voor groei in onze regio – en hoe groter het netwerk, hoe meer je samen voor elkaar kunt krijgen. In de tweede plaats: op het vergroten van onze zichtbaarheid. VNO-NCW heeft prachtige projecten en we bereiken veel met onze lobby richting de politiek. Maar we kunnen dat veel beter voor het voetlicht brengen.
We realiseren het ons misschien niet, maar VNO-NCW is dé spreekbuis voor ondernemers. We doen er echt toe. We zitten overal aan tafel: bij de lokale, provinciale en landelijke overheid, en bij allerlei grotere en kleinere samenwerkingsverbanden. Ik vind dat ‘politieke’ spel echt leuk. Het past bij me om de lijntjes bij elkaar te brengen. Tussen bedrijfsleven en overheid, maar ook tussen de ondernemers en sectoren binnen onze vereniging. We kunnen nog veel meer kennis met elkaar delen, meer samen optrekken en elkaar versterken.”
Je gaat aan de slag in een woelige economische periode. Waar moeten ondernemers op letten?
“De krapte op de arbeidsmarkt is natuurlijk groot. We moeten echt aantrekkelijk zijn voor werknemers en onszelf beter laten zien. Daadwerkelijke fysieke ruimte voor bedrijven is ook een aandachtspunt: voldoende bedrijventerreinen én voldoende duurzame energie voor al die bedrijvigheid. De regeldruk vind ik een zorgenpunt, want al die regels helpen ondernemers lang niet altijd verder. Daar kunnen we als VNO-NCW het nodige in betekenen. En we moeten werken aan onze concurrentiepositie. Wat mij betreft is de weg niet om meer naar China te outsourcen. Ik zie juist kansen op eigen bodem: we hebben enorm veel innovatiekracht in dit land.”