Ondernemersorganisaties: ‘Belangrijkste is nu snel een stabiel kabinet’

21 september 2021

‘Het allerbelangrijkste is dat er nu snel een stabiel kabinet komt’. Dat zeggen VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland vandaag op Prinsjesdag. ‘Hoewel het kabinet in de Miljoenennota enkele goede eerste stappen zet om meer te investeren in bijvoorbeeld klimaat en wonen staat het meeste beleid vrijwel stil. We kunnen ons dit niet permitteren gelet op de grote vraagstukken waar ons land voor staat,’ aldus de ondernemersorganisaties.  

Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW: ‘Helaas is de Haagse beleidsmachine na 6 maanden formeren tot stilstand gekomen. Wij merken dat nu elke dag in de praktijk. En voor een demissionair kabinet kun je de Miljoenennota best beleidsrijk noemen, maar voor de grote vraagstukken waar ons land voor staat is honderd miljoen per jaar voor het woningvraagstuk en 400 miljoen per jaar voor het klimaat onvoldoende. Bovendien gebeurt aan het meest urgente grote vraagstuk, stikstof, nog niets. Voor alle grote vraagstukken geldt dat we ze niet meer oplossen door te blijven doen ‘hoe we het de afgelopen decennia deden’. De transities naar een nieuwe inrichting van ons land moeten we doordacht vormgeven met oog voor het feit dat iedereen mee moet kunnen doen. Gelukkig liggen er van dat soort plannen vanuit het maatschappelijk middenveld. Maar wat nu dringend nodig is, is een kabinet. Een stabiel kabinet.’

Arbeidsmarkt aanpakken
Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland: ‘Komend jaar staat voor het mkb in het teken van herstel en groei. Één van de voorwaarden daarvoor is dat bedrijven genoeg mensen hebben. De krapte op de arbeidsmarkt vraagt om gericht beleid. Zo moet het aantrekkelijker worden om te gaan werken én om meer te werken. Ook moet de productiviteit omhoog met extra investeringen in innovatie en digitalisering. Zorgen heb ik over de lasten voor bedrijven en hernieuwde plannen op dat terrein. Zo stijgen de lasten voor ondernemers komend jaar naar verwachting met ruim een miljard euro. Ondernemers hebben door corona een jas uitgedaan, maar staan tegelijk voor grote investeringen, onder meer in verduurzaming. Ondernemers voelen de urgentie, maar er is een kabinet nodig dat knopen doorhakt, zodat ze weten welke kant het op gaat. De transitie moet voor het mkb haalbaar en betaalbaar zijn. We moeten in elk geval niet gaan zagen aan de tak waar we op zitten.’

Boeren en tuinders willen aan de slag
Sjaak van der Tak, voorzitter LTO Nederland: ‘We missen een gevoel van urgentie in deze begroting. De agrarische inkomens staan onder druk, het wordt steeds moeilijker om werknemers te vinden en te huisvesten, en we staan voor grote opgaven op het gebied van stikstof, klimaat en waterkwaliteit. Onze ondernemers dragen oplossingen aan maar Den Haag blijft achter. Dat zorgt voor onzekerheid. Wij dagen het kabinet daarom uit nu echt aan de slag te gaan met onze voorstellen voor verdienvermogen en verduurzaming, en het komende jaar géén beleid te maken dat boeren en tuinders meer geld kost dan het oplevert.’

Weinig echte verrassingen in de Rijksbegroting
Volgens de ondernemersorganisaties bevat de nieuwe Rijksbegroting weinig echte verrassingen. Goed is dat het kabinet in elk geval wel al extra geld uittrekt voor nieuwe duurzame energieprojecten (waterstof, warmte, etc) en dat er meer hulp komt bij onrendabele investeringen (SDE++) en de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Ook wordt extra geld vrijgemaakt voor de aanschaf van duurzame bestelauto’s voor bijvoorbeeld het mkb. Hier pleiten de ondernemersorganisaties al langer voor als onderdeel van hun bredere Klimaatpakket. Een andere positieve stap in de Prinsjesdagstukken is het extra geld (€ 300 miljoen) dat beschikbaar komt voor innovatie en Europese innovatieve projecten (IPCEI’s).
De ondernemersorganisaties wijzen er op dat het begrotingsbeleid de komende jaren zo moet worden aangepast dat er meer van dit soort productieve investeringen kunnen plaatsvinden in zaken als verduurzaming, het onderwijs, wetenschap en innovatie. ‘Alleen zo maken we het land klaar voor de toekomst en de staatsschuld kan het hebben.’